Difference between revisions of "Sturen en controleren van samenwerking vanuit overzicht/Uitgangspunten voor monitoring evaluatie en bijsturing"

From Venlo Samenwerkingswijzer
Line 5: Line 5:
 
De belangrijke samenwerkingsverbanden worden periodiek op een passende wijze geëvalueerd. Per samenwerkingsverband wordt bekeken, wanneer, hoe en door wie deze worden geëvalueerd.  
 
De belangrijke samenwerkingsverbanden worden periodiek op een passende wijze geëvalueerd. Per samenwerkingsverband wordt bekeken, wanneer, hoe en door wie deze worden geëvalueerd.  
 
Deze evaluatie gaat in ieder geval over:
 
Deze evaluatie gaat in ieder geval over:
# De resultaten
+
# Numbered list item
** Zijn de gestelde doelen en opgaven gerealiseerd?
+
# De resultaten
** Beantwoordt de samenwerking aan de motieven die aanleiding waren voor de samenwerking?
+
# Zijn de gestelde doelen en opgaven gerealiseerd?
# Kosten en risico’s.
+
# Beantwoordt de samenwerking aan de motieven die aanleiding waren voor de samenwerking?
# Het proces en de kwaliteit van samenwerking.
+
# Kosten en risico’s.
# De governance van het samenwerkingsverband (vorm en werkwijze).
+
# Het proces en de kwaliteit van samenwerking.
 +
# De governance van het samenwerkingsverband (vorm en werkwijze).
 
}}
 
}}

Revision as of 05:39, 4 November 2016

Uitgangspunten voor monitoring, evaluatie en bijsturing
Hoe houden we goed zicht op samenwerking om bij te kunnen sturen?

Er is voor de raad, het college en de ambtelijke organisatie een actueel overzicht van (in ieder geval) de belangrijkste samenwerkingsverbanden. Deze worden continu gemonitord, waarbij er zicht is op voortgang en tussentijdse resultaten. De belangrijke samenwerkingsverbanden worden periodiek op een passende wijze geëvalueerd. Per samenwerkingsverband wordt bekeken, wanneer, hoe en door wie deze worden geëvalueerd. Deze evaluatie gaat in ieder geval over:

  1. Numbered list item
  2. De resultaten
  3. Zijn de gestelde doelen en opgaven gerealiseerd?
  4. Beantwoordt de samenwerking aan de motieven die aanleiding waren voor de samenwerking?
  5. Kosten en risico’s.
  6. Het proces en de kwaliteit van samenwerking.
  7. De governance van het samenwerkingsverband (vorm en werkwijze).