Difference between revisions of "Organisatie en werkwijzen om tot goede samenwerking te komen/Samenspel raad en college bij samenwerking"
Line 8: | Line 8: | ||
(1) De raad en het college bepalen periodiek wat de belangrijkheid van samenwerkingsverbanden is. Welke verbanden vragen bemoeienis van wie?<br \><br \> | (1) De raad en het college bepalen periodiek wat de belangrijkheid van samenwerkingsverbanden is. Welke verbanden vragen bemoeienis van wie?<br \><br \> | ||
[[file: Belangrijkheid_van_samenwerkingsverbanden.png|600px|right|Belangrijkheid van samenwerkingsverbanden]] | [[file: Belangrijkheid_van_samenwerkingsverbanden.png|600px|right|Belangrijkheid van samenwerkingsverbanden]] | ||
− | : Dit gesprek wordt jaarlijks als afzonderlijk agendapunt bij de kadernota gepland. Raad en college zetten dan de klokken gelijk en bepalen dan per verband wat eventuele politieke relevante onderwerpen of vraagstukken zijn. Bij elk verband wordt ook expliciet helder welke ruimte en mandaat het college heeft om slagvaardig met partners te kunnen schakelen. | + | : Dit gesprek wordt jaarlijks als afzonderlijk agendapunt bij de kadernota gepland. Raad en college zetten dan de klokken gelijk en bepalen dan per verband wat eventuele politieke relevante onderwerpen of vraagstukken zijn. Bij elk verband wordt ook expliciet helder welke ruimte en mandaat het college heeft om slagvaardig met partners te kunnen schakelen. [[Inspiratie en leeromgeving: Handreiking "Politieke relevantie"]] |
: Politiek relevant voor de raad bij sturing en controle zijn in ieder geval: | : Politiek relevant voor de raad bij sturing en controle zijn in ieder geval: |
Revision as of 06:44, 9 November 2016
Goede samenwerking met partners vraagt dat de gemeente zelf een goed samenwerkingsspeler is. Dit vraagt goed samenspel tussen raad en college met een heldere taak- en rolverdeling ten aanzien van de bemoeienis met samenwerkingsverbanden en -partners.
Goed samenspel vraagt permanente aandacht en we faciliteren dit met de volgende werkwijze:
(1) De raad en het college bepalen periodiek wat de belangrijkheid van samenwerkingsverbanden is. Welke verbanden vragen bemoeienis van wie?
- Dit gesprek wordt jaarlijks als afzonderlijk agendapunt bij de kadernota gepland. Raad en college zetten dan de klokken gelijk en bepalen dan per verband wat eventuele politieke relevante onderwerpen of vraagstukken zijn. Bij elk verband wordt ook expliciet helder welke ruimte en mandaat het college heeft om slagvaardig met partners te kunnen schakelen. Inspiratie en leeromgeving: Handreiking "Politieke relevantie"
- Politiek relevant voor de raad bij sturing en controle zijn in ieder geval:
- De realisatie van de maatschappelijke effecten in relatie tot de gestelde doelen en opgaven. Waar is het wérkelijk om te doen? Wat verandert er in de samenleving? Wat merken de inwoners daarvan? Zijn de belangen van alle betrokkenen zorgvuldig afgewogen?
- De inzet van financiële en overige middelen om de opgaven te realiseren. Welke (financiële) middelen brengt de gemeente in? Hoe verhouden deze zicht tot de inbreng en het aandeel van andere partners? Is de inzet van middelen efficiënt? Krijgt de gemeente voldoende ‘value for money’?
(2) Bij informatieve vragen over samenwerkingsverbanden maken raadsleden richting het college duidelijk wat de politiek relevante punten zijn die met deze vraag samenhangen – dit om de eigen rolvastheid te bewaken.
(3) In ieder geval alle politiek zeer belangrijke samenwerkingsverbanden worden geëvalueerd en geagendeerd voor bespreking in de raad. Het college bereidt dit voor. Wanneer samenwerkingsverbanden worden geëvalueerd wordt opgenomen in de lange termijn agenda.
(4) Jaarlijks is er een lichte evaluatie van alle politiek (zeer) belangrijke samenwerkingsverbanden. Bij de behandeling van de jaarrekening wordt ieder jaar in een apart agendapunt aandacht besteed aan de evaluatie van politiek belangrijke en zeer belangrijke samenwerkingsverbanden.
(5) Het college organiseert dat in verslagen en schriftelijke stukken van samenwerkingsverbanden altijd het lokale belang en/ of de lokale relevantie voor Venlo in beeld is.
(6) Het college is actief met relevante en tijdige informatie/ verantwoording om tot goede kaderstelling te komen en tussentijdse controle of evaluatie mogelijk te maken. Het college benut cruciale momenten voor heroverweging en betrekt de raad daarbij. [Link – zie handreiking actieve informatieplicht]